MagazineEssay

Time & Momentum

Er is iets vreemds aan design en tijd. Goed design is tijdloos en lijkt geen last te hebben van de wetmatigheden van de tijd. Dat de schoonheid van tijdloos design tijd vraagt om volop begrepen te worden, is net een kwaliteit en geeft meer diepte aan de dingen. In de designvisie van Jasper Morrison is schoonheid “not just beauty quickly perceived but beauty on other levels, the beauty which takes time to be noticed, which may become beautiful through use, the beauty of the everyday, the beauty of the ugly and the useful, long-term beauty”¹. Een ontwerper zelf is echter meer aan tijd gebonden, of hij dat nu wil of niet. Tijd laat zich immers niet zo maar plooien. Men kan misschien geloven dat ‘in de tussentijd’ veel ruimte biedt, maar “er zit geen tijd tussen tijd”². 

Meubelontwerper Casimir (1966), die een opleiding industrial design aan de SHIVKV in Genk volgde, weet hoe onontkoombaar de wetten van de tijd zijn. Al van in de jaren 1990 maakt hij solide, eiken meubelen. Het zijn archetypen die op diverse manieren kunnen worden gelezen en die subtiel verleiden door hun materiaal en strakke vorm. De meubelobjecten zijn ontegensprekelijk ‘aanwezig’, maar worden door hun opmerkelijke schaduwen tegelijkertijd onttrokken aan een duidelijk hier en nu. Casimir produceert de meubelen bewust ambachtelijk. Recente uitspraken naar aanleiding van zijn solotentoonstelling bij galerie Valerie Traan bevestigen dat hij al die jaren op eenzelfde manier over de essentie van zijn werk denkt: “Terwijl schoonheid een fundamenteel gegeven is – totaal niet tijdsgebonden –, mag je trends of mode gerust consumentenbedrog noemen. […] Ik ben niet geïnteresseerd in meubelen die over een jaar of vijf passé zijn. Mijn Schaal 1 bestaat al een kwarteeuw, maar ze is nog altijd actueel. Ik werk aan een oeuvre dat de tand des tijds moet doorstaan. En het zal uiteindelijk de tijd zijn die uitwijst of mijn werk waardevol was of niet.”³

Maar beperkingen in productie en logistiek en het niet-evidente van zware, ruimte-innemende meubelen van hout dat op luchtvochtigheid reageert, doen hem na een tijd besluiten om een designlabel te lanceren dat designproducten industrieel vervaardigt. Het Vlaams-bourgondische karakter dat hij in zijn werk herkent, neemt hij mee in dit label, dat in 2004 wordt opgestart als Vlaemsch(). De collectie krijgt veel positieve reacties. Financieel blijkt het label echter een “te vroeg geboren kind”, zo omschrijft Casimir het met spijt in 2005 bij het annuleren van de presentatie van het label tijdens de designweek van Milaan. In 2009 wordt het industriële project noodgedwongen stopgezet. Maar Casimir “herrijst uit de as van Vlaemsch(), met bijzondere ontwerpen als het boekenrek Ladder, de zitbank Poutrel en de ladekast Kist. De cirkel sluit zich naadloos”4. De tijd geeft hem gelijk. De vijftien nieuwe meubelen die in 2015 bij galerie Valerie Traan worden getoond, manifesteren opnieuw trefzeker wat de ontwerper-maker al jarenlang weet. Zijn werk staat opnieuw in the spotlights, in een hier en nu dat uitdijt naar wat reeds was en naar wat nog zal komen.

Op andere momenten creëert het naar buiten treden van ontwerpers een grote maatschappelijke dynamiek. Die presentaties zijn publieke kantelmomenten. Iedereen kent de Antwerpse Zes, mede door de roepnaam die de Britse pers in 1986 aan het collectief van modeontwerpers gaf bij hun presentatie tijdens de Londense British Designers Show. Het internationale succes van de Zes – Walter Van Beirendonck, Ann Demeulemeester, Dirk Bikkembergs, Dries Van Noten, Dirk Van Saene en Marina Yee; nadien ook wel 6+ genoemd, omdat Martin Margiela gevraagd was maar afhaakte, waardoor zijn toenmalige vriendin Marina Yee toetrad – straalde af op de modeopleiding van de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, waar de ontwerpers in het begin van de jaren 1980 afstudeerden.

Hun internationale doorbraak betekende een belangrijk keerpunt voor de school en maakte van Belgische mode een begrip. Ze hadden een grote invloed op de mode van de jaren 1990 en luidden een nieuw tijdperk in. Het momentum van de Zes lijkt zelfs nooit echt tot een einde te zijn gekomen, ook al zijn de ontwerpers na 1986 elk hun eigen weg gegaan en heeft Marina Yee de modewereld zelfs een tijdje gelaten voor wat die was. Ze verdwijnt soms van het toneel, om in een gewijzigde rol opnieuw het podium te betreden, met naast haar eigen modecollectie ook theaterkostuums, een interieurstoffencollectie of een eigen parfumlijn.


¹ Jasper Morrison in gesprek met Francesca Picchi, in Naoto Fukasawa en Jasper Morrison, Super Normal. Sensations of the Ordinary, Baden: Lars Müller Publishers, 2007, p. 103.
² Lize Spit in haar debuutroman Het smelt (2016).
³ Casimir geciteerd in ‘Poëzie met hout’, in MAXzine.be, 2015.
Frank Huygens, ‘Houterig? Hoegenaamd niet’, in Kwintessens. Vlaams tijdschrift voor vormgeving en mode, 1, 2011, p. 15.