MagazineInterview

Ann Bessemans

Ann Bessemans is grafisch ontwerpster en typografe. Voor haar doctoraat ontwikkelde ze het Matildalettertype, aangepast aan slechtziende kinderen.

Ik vind letters bijzondere, abstracte vormen met prachtige curves die op een spannende manier overgaan in rechten en schreven. Mijn interesse voor letters en typografie is ontstaan tijdens mijn studentenjaren en dan vooral door de opdrachten van Luk Mestdagh. Wij mochten van hem niet met de computer werken, maar moesten de letters afprinten en uitknippen om er composities mee te maken. Door manueel met lettervormen bezig te zijn, maakte ik een klik. Daar werd eigenlijk de kiem gelegd voor mijn passie voor typografie. Later ging ik me er steeds meer in verdiepen.”

Matilda is een lettertype dat slechtziende beginnende lezers ondersteunt. Voor mijn doctoraat heb ik studies gelezen over slechtziendheid bij kinderen, een bijzondere problematiek. Iemand die slechtziend wordt door ouderdom, weet al hoe hij moet lezen. Letterontwerpen voor die doelgroep focussen zich dus vooral op het leescomfort. Een kind dat slechtziend geboren wordt en nog moet leren lezen, heeft heel andere behoeftes. Daarom kun je de ontwerpen die voor ouderen gemaakt zijn, niet zomaar overnemen, want deze kinderen moeten het technische leerproces nog doorlopen. Tijdens en na experimenteel, wetenschappelijk en subjectief leesbaarheidsonderzoek heb ik Matilda ontwikkeld. Matilda vormt natuurlijk niet dé oplossing voor het leesprobleem, maar biedt wel hulp zoals een bril, loep of beter licht.”

Matilda is vooral anders in het ritme van de letters. Wanneer je met schreefletters te maken hebt, zie je tegenwoordig een regelmatig patroon, vooral beïnvloed door de populaire Helvetica, die is ontstaan tijdens het modernisme. De eigenschap van gelijke letterbreedtes binnen de Helvetica werd in de 21ste eeuw overgenomen en vertaald naar schreefletters. Daardoor zie je nu bij bijna alle hedendaagse schreefhebbende lettertypes dat de streepjes op regelmatige afstand van elkaar staan. Dat was vroeger niet noodzakelijk het geval. Matilda gaat daartegenin. Een van de bevindingen van mijn onderzoek is namelijk dat als het ritme van de letters verstoord is, kinderen met slechtziendheid beter scoren, in duidelijk contrast met normaalzienden. Ik heb het lettertype Matilda genoemd, naar het boek van Roald Dahl. Dat gaat over een meisje dat heel graag leest, maar dat niet mag van haar ouders.”

Er zijn momenteel twee uitgevers geïnteresseerd in Matilda. Voorlopig is het nog te vroeg, we zijn op dit moment nog bezig met het finaliseren van het lettertype. Voor mijn doctoraat heb ik de onderbouw gemaakt, maar wanneer je een lettertype wilt uitgeven, moeten de meeste Europese talen ondersteund zijn en voorzie je best ook bold en italic. Er kruipt heel veel tijd in het op punt stellen daarvan. Ik wil het wel graag op korte termijn afwerken.”

Ik heb het gevoel dat er dingen zijn die ik nu moet aanpakken. Vorige zomer heb ik een eigen onderzoeksgroep, READSEARCH, opgericht die bestaat uit twee doctoraatsstudenten en een statisticus. Het is voor mij waanzinnig druk, want ik neem daarnaast ook nog graag andere projecten aan. Er gebeurt zoveel en alles is boeiend. Zo werk ik momenteel samen met mijn doctoraatsstudenten in opdracht van Microsoft aan een onderzoek rond prosodie, oftewel intonatie. Ik heb een aantal voorstellen gedaan rond visuele prosodie, het visueel maken van prosodie dus, want als je expressief kunt lezen, heb je waarschijnlijk ook een beter leesbegrip.”

Ik omschrijf mezelf als een ontwerpend onderzoeker, dat wil zeggen dat ik het artistiek-reflectieve combineer met het wetenschappelijk-analytische. Ik laat me inspireren door de wetenschap en haal daaruit inspiratie voor mijn ontwerpen. Vroeger waren er letterontwerpers die hun buikgevoel volgden als het ging over de leesbaarheid van letters. Daarnaast had je ook wetenschappers die lettertypes qua leesbaarheid vergeleken. Zij hadden meestal geen typografische kennis, waardoor er veel fouten zijn gemaakt in de methodologie. Natuurlijk wijst dergelijk onderzoek uit dat Helvetica 14 punt beter leesbaar is dan Times New Roman 14 punt. Helvetica heeft een grotere x-hoogte dan Times New Roman, wat wil zeggen dat de letters op dezelfde puntgrootte groter lijken. Die resultaten zijn dus verkeerd, maar hebben het veld al die jaren wel beïnvloed.”

Het lijkt alsof ik al jaren alleen voor open doel sta. Er is momenteel een ontwikkeling aan de gang, waarbij enkele ontwerpers ook onderzoeker worden, maar voorlopig zijn we nog niet met velen. Het mooie van die ontwikkeling is dat je nu als letterontwerper feedback krijgt van de lezer, terwijl dat vroeger meestal informatie was die bij de wetenschapper bleef hangen. Nu een letterontwerper ook wetenschapper kan worden, valt die filter weg en krijg je heel relevante informatie om in je praktijk op verder te werken. Ik zie het als een ontwikkeling waardoor de ontwerpwereld een stukje groter wordt. Ik hoop dat meer mensen in de toekomst hiermee bezig zullen zijn, niet als concurrentie, maar wel als klankbord. Ik heb me altijd de vreemde eend in de bijt gevoeld, omdat velen vertrekken vanuit de kunstgeschiedenis of de artistieke praktijk, terwijl mijn vertrekpunt zich aan een totaal andere kant bevindt, een kant die ik nooit gestudeerd heb, maar wel ontzettend boeiend vind.”

Dit artikel is deel 06 van

Maatschappelijk betrokken en sociaalkritisch design