MagazineInterview

Mobile school

Arnaud Raskin is social entrepreneur en studeerde productdesign aan de toenmalige ‘Stedelijke Hogeschool voor Industriële Vormgeving en Audiovisuele Kunsten’ in Genk. Hij studeerde af met het social-designproject Mobile School.

Klassiek design interesseerde me nooit echt. Ik ben daarom aanvankelijk wat vastgelopen tijdens mijn opleiding. Ik studeerde omdat ik dingen wilde creëren en design vonden mijn ouders een degelijker diploma dan vrije kunsten. Maar ik had geen ambitie om de volgende Starck of Alessi te worden of om voor BMW te gaan ontwerpen. In de eerste jaren ging er in die opleiding vrij veel aandacht naar het concept. Dat was leuk, maar naarmate we ouder werden, kwam er een economische en technische realiteit bij kijken en daar haakte ik wat op af. Ik was echt niet geëngageerd in de projecten die we deden en om eerlijk te zijn, was ik een laaggemiddelde student. Er waren geregeld projecten van drie à vier maanden met bedrijven, maar die deed ik alleen omdat het moest, omdat mijn ouders mij de kans gaven om te studeren. Ik heb nooit het gevoel gehad trapleuningen, barbecues in beton of theaterstoelen te willen ontwerpen.”

Er zijn twee dingen waardoor mijn ogen opengingen. Eerst was er de cursus cultuurfilosofie van Francis Smets in het derde jaar, waarin hij vertelde over de brede verantwoordelijkheid die je hebt als designer. We hadden het over de technocratie en haar zelfsturende en groeiende karakter, over de bredere impact van alles wat je maakt. Dat sprak me heel sterk aan, maar ik zag pas achteraf in dat die cursus heeft geholpen om mijn prioriteiten vorm te geven. Op het moment zelf kon ik dat niet benoemen. Wat me vooral wakker schudde, was de lezing over straatkinderen waarnaar mijn moeder, die vroeg weduwe was geworden en er niet graag alleen op uittrok, meeging. Ik was eigenlijk niet geïnteresseerd, want ik was helemaal niet bezig met sociale projecten.”

Maar toen ik daar zat, maakte ik een klik, die was vooral emotioneel en intuïtief en speelde vooral in op mijn buikgevoel. Ik hoorde waanzinnige verhalen over 150 miljoen kinderen die op straat leven zonder onderwijs en gezondheidszorg, die niet voorzien zijn van eender welke basisbehoefte. Ik nam toen een impulsieve beslissing. Ik stapte na de lezing naar buiten en zei: Ik ga een product ontwikkelen voor straatkinderen! Ik groeide van iemand met weinig engagement, die niet erg gelukkig was, uit tot iemand die barst van de energie. Ik vermoed dat ik ineens vermoeiend was voor de mensen rondom mij. Ik had ineens het licht gezien. Ik wist wat ik wilde.”

Het was een ware strijd, want op school, in het midden van de jaren 1990, was er geen sprake van social design. Op een bepaald moment kreeg ik zelfs te horen dat ik maar beter naar de sociale hogeschool kon gaan als dat de richting was die ik uit wilde. Het was een strijd die achteraf gezien erg belangrijk is geweest om het project te helpen incuberen. Als je moet strijden om je idee te realiseren, moet je jezelf constant in vraag stellen en extra voorbereiden. Tijdens iedere vergadering moet je twee stappen voor zijn op de anderen, die je het vuur aan de schenen kunnen leggen. In 1997 studeerde ik dan eindelijk af. Daarna woonde ik letterlijk tot 2002 in mijn garage, in Hotel Mama, en stelde ik mijn product verder op punt. Telkens wanneer ik genoeg geld verzameld had – ik tapte toen biertjes in café De Paperclip in Bilzen – trok ik naar Colombia om er prototypes te testen. Na een pilot van een jaar met twee prototypes investeerde een filantroop (Luc Verelst) in 2002 1,3 miljoen euro. Zo konden we het prototype professionaliseren.”

De organisatie is opgebouwd uit drie lijnen. We hebben Mobile School, StreetwiZe en een educatieve lijn hier in België. Mobile School is eigenlijk het basisproduct, een bord op wielen dat je meeneemt op straat. De hoofddoelgroep is hier de streetconnected youth. Op die mobiele scholen kunnen educatieve tools worden bevestigd. Daarvan zijn er momenteel al meer dan driehonderd. Dat pakket bieden wij aan onze partners in 24 landen aan. Hun straathoekwerkers worden door ons opgeleid om onze producten te gebruiken en zijn een onderdeel van een netwerk dat we blijven versterken via coaching en intervisie. Het uiteindelijke doel is om de kwaliteit van hun straathoekwerk naar een hoger niveau te tillen. Wij financieren de materialen en opleidingen via een social-franchisingmodel. Die partners vergoeden ons met meetbare sociale impact. Jaarlijks bereiken we zo vele tienduizenden straatkinderen.”

We bieden daarnaast ook workshops aan waarin deelnemers uit de bedrijfswereld hun talent en leiderschap ontwikkelen. Als je Mobile School economisch bekijkt, is elk project een kost. Er is enkel een sociale return, geen economische, maar daarvoor hebben we ons learning and development-bedrijf StreetwiZe opgericht. In het kader van de leiderschapsprogramma’s zetten we de professionals bijvoorbeeld in bij het ontwerpen van nieuwe materialen. Ze weten meestal niets over het leven op straat en moeten de straatkinderen echt leren begrijpen, om dan vanuit hun noden een tool te ontwikkelen. Dat is een waardevol leerproces. Als het eindproduct goed genoeg is, wordt het ook echt opgenomen op de mobiele scholen. Zo hebben we samen met een aantal HRM-toppers van BNP Paribas Fortis de circustoolkit ontwikkeld. Dat soort activiteiten creëert veel zingeving bij de trainees.”

Vorig jaar heeft StreetwiZe voor een honderdtal multinationals gewerkt. 100% van de winst die we hierbij maken, wordt geïnvesteerd in Mobile School. De straatkinderen leveren daarbij de grondstoffen die fundamenteel zijn om in StreetwiZe unieke trajecten te kunnen aanbieden. Zij creëren de unique selling proposition. Het zijn hun ervaringen en verhalen die ons helpen ons te differentiëren in de L&D-markt. Zo is de cirkel rond. De scholen worden zelfbedruipend en dat betekent dat we de maatschappelijke impact kunnen opschalen.”

We leveren zo een bijdrage aan de businessmodelinnovatie in het sociale veld. Dat is heel hard nodig en het is ook internationaal weer opgepikt. Er ontstaat stilaan een hybride markt met organisaties die zowel sociale als economische verantwoordelijkheid opnemen. Het gaat hier steevast om for-profits, met als duidelijk doel een maatschappelijke uitdaging aan te pakken. De winst die ze op een duurzame manier maken, investeren ze opnieuw in het probleem dat ze willen oplossen.”

Als ik het heb over social enterprise, dan zit daar altijd een economisch model achter, dat een hefboom creëert om op te schalen. StreetwiZe groeit nu bijvoorbeeld vier jaar op rij aan een tempo van 30% per jaar, waarmee we bewijzen dat we zowel sociaal als competitief zijn. Vanuit het puur filantropische model kun je nooit de nodige groottes bereiken. Je hebt het hybride model nodig om succesvol en schaalbaar te zijn, waarbij de economische activiteiten natuurlijk hetzelfde DNA moeten hebben als de sociale, anders zouden die twee lijnen uit elkaar groeien.”

Ik heb de mooiste job van de wereld en productdesign zit er nog steeds in. Wij hebben net een redesign van de mobiele school met nieuwe materialen en technieken achter de rug. De samenwerking met de Proviciale Secundaire School in Munsterbilzen was hierbij cruciaal. In dat opzicht is het eigenlijk heel jammer dat we het allereerste prototype van de mobiele school drie jaar geleden hebben weggegooid.”

Achteraf is gebleken dat ik een positieve impact fundamenteel nodig heb om gelukkig te zijn in mijn job. Als je de dingen alleen maar doet omdat je ze moet doen of om het prestige en je bankrekening, dan heeft dat op een bepaald moment een impact op je welbevinden en de kwaliteit van je werk. Ik word gelukkig van een impact die verder gaat dan mezelf, ambitieuzer is en op de maatschappij afstraalt. Daardoor vond ik als mens mijn innerlijke kracht en dat zorgt ervoor dat ik elke dag eerlijk en oprecht in de spiegel kan kijken en duidelijk weet waarvoor ik werk.”

Dit artikel is deel 04 van

Maatschappelijk betrokken en sociaalkritisch design