MagazineInterview

Que Onda Vos

Hanne De Wyngaert is modeontwerpster (Academie Antwerpen) en werd bekend met het label Ti+Hann. Voor haar Fairtrade-designlabel Que Onda Vos verblijft ze een negental maanden per jaar in Guatemala. Ze ontwerpt geweven producten zoals tapijten, dekens, kussens, sjaals en tassen.

In Guatemala draagt het overgrote deel van de vrouwen nog steeds traditionele kleding die zij zelf met de hand weven. Dat maakt een belangrijk deel uit van hun cultuur. Veel jongeren groeien met het ambacht van het weven op. Elke streek heeft zijn eigenheid daarin. Er zijn streken waar specifiek met wol gewerkt wordt en waar poncho’s worden gemaakt. Op andere plaatsen wordt veel met katoen gewerkt dat met natuurlijke kleurstoffen wordt gekleurd. De producten die de bevolking maakt, zijn helaas vaak voor de lokale markt die al verzadigd is, of zijn een soort gestandaardiseerde souvenirs voor toeristen. De concurrentie is zo groot dat de producten aan enorm lage prijzen verkocht worden en de wevers hier financieel bijna niets aan overhouden. Daardoor worden hun levensomstandigheden er niet echt beter op. Hier in Guatemala leeft 80% van de bevolking dan ook onder het toch al heel lage minimumloon. De producten die we met Que Onda Vos maken, zijn gericht op een heel andere markt dan gewoonlijk en worden aan verantwoorde prijzen verkocht.”

Sociale impact is belangrijk voor mij. In 2013 trok ik voor het eerst naar Guatemala om er kennis te maken met de cultuur en tradities. Ik was enorm onder de indruk, vooral van de traditionele weefkunst. Je kunt er met veel mensen samenwerken en doordat je hen een nieuwe bron van inkomsten of werk aanbiedt, verbeteren hun levensomstandigheden. Ik ben nu drie jaar bezig en ik heb in die tijd al verscheidene samenwerkingen opgestart met families en coöperatieven, over het algemeen arme mensen uit inheemse gemeenschappen. Op die manier wil ik voor werkgelegenheid zorgen, maar hoop ik ook dat zij hun tradities behouden en zelfs evolueren in hun kennis.”

Mijn collectie dekens, tapijten en kussens is 100% organisch, dus van een natuurlijke oorsprong. De wol is afkomstig van lokale schapen en wordt met de hand gekamd en tot garen gesponnen. Ze wordt gewassen met natuurlijke zeep, afkomstig van de wortel van de plant Ixmaxim, die in het wild groeit, lekker ruikt en zelfs schuimt. De wol die we bij Que Onda Vos gebruiken, wordt enkel gekleurd met natuurlijke mineralen en planten. Tot slot wordt het garen handmatig tot een tapijt of deken geweven op een voetweefgetouw. Voor de dekens wordt de wol zelfs eerst nog vervilt door ze in warm water te dompelen, uit te kloppen en erop te stampen met de voeten. Alles gebeurt natuurlijk, we gebruiken zelfs zelfgemaakte borstels van gedroogde bloemen met kleine stekeltjes om de dekens te kammen, zodat ze zacht worden.

De mensen met wie ik samenwerk, werken niet exclusief voor mij. Dat wil ik ook niet. Ze mogen niet afhankelijk worden. We leren ook echt van elkaars manier van werken. Ik ben als designer heel erg aanwezig in het proces, van het prille begin helemaal tot het einde. Ik maak een ontwerp en dat bespreek ik dan met de artisanos. Zij geven hun interpretatie en vertellen me hoe zij het ontwerp bekijken, dat kan ook technisch zijn. Zij maken het eerste prototype, dat we daarna samen gaandeweg verfijnen tot het product zoals ik het voor me zag. Ik kom natuurlijk uit een andere cultuur, maar door onze kennis samen te leggen, kunnen we nieuwe dingen creëren. Het is dus echt een dialoog en een samenwerking. De artisanos passen die nieuwe inzichten soms ook toe in de producten die zij voor hun eigen markt maken. Daar zijn ze vrij in. Ik vind het goed dat zij op die manier hun kennis verbreden, meer kunnen verkopen, meer klanten kunnen vinden en hun markt kunnen uitbreiden.”

Het gaat ook om het behouden en promoten van de eeuwenoude traditie van de weefkunst in Guatemala. Door de manier waarop ik hiermee omga en door te laten zien dat er een toekomst in is, hoop ik ook de jongeren te blijven betrekken. Zij emigreren nu of trekken naar de stad en laten die traditionele weefkunsten achter zich. Ze zien er de waarde niet meer van in of denken dat ze ergens anders meer en beter betaald werk zullen vinden. Die technieken en dat handwerk moeten meer gewaardeerd worden. Ze zijn een uitstervende traditie van hoge kwaliteit, die hopelijk een nieuwe toekomst krijgt.”

Het moet wel gewoon goed design zijn. Mijn producten worden nu voornamelijk verkocht in interieur- en high-end conceptstores, zoals Graanmarkt 13 in Antwerpen. Dat is het circuit, een markt voor ontwerpers en designadepten. Design komt op de eerste plaats, maar voor sommige klanten zijn ook het ecologische verhaal en de eerlijke handel erachter een belangrijk aspect. Het is een bewuste keuze om via die kanalen te verkopen, aangezien het om een markt gaat waar dit soort producten normaal minder snel terechtkomt. Nochtans staan mijn producten door de combinatie van design, ambacht en kwaliteit wel op dat hoge niveau en verdienen ze dat circuit en respect.”

Ik wil kunnen blijven groeien, ook sociaal. Natuurlijk hoop ik dat we in de toekomst meer verkooppunten kunnen aanspreken, maar ook sociaal zie ik heel wat pistes. We hebben nu bijvoorbeeld een project opgestart waarbij we mensen willen ondersteunen door hen schapen te schenken. Zo kunnen de artisanos de wol gebruiken en meer zelfvoorzienend worden. We zijn ook van plan om schapenhouders dieren te schenken en hen zo te ondersteunen, later kunnen we rechtstreeks bij hen de wol afnemen. Dat zorgt voor een vaster inkomen. Enerzijds hoop ik dat we meer werkgelegenheid kunnen blijven creëren in de inheemse gemeenschappen en hen kunnen helpen hun prachtige weeftraditie te behouden en promoten. Anderzijds wil ik samen met de artisanos als designlabel kunnen blijven groeien, door met nieuwe technieken en ontwerpen te experimenteren en mooie handgeweven producten te blijven ontwikkelen.”

Dit artikel is deel 02 van

Maatschappelijk betrokken en sociaalkritisch design